Een asbestbeheersplan beschrijft hoe het gebouw op een veilige manier kan worden gebruikt als asbest niet of niet volledig wordt verwijderd. Op basis van objectieve criteria wordt vastgesteld of, en zo ja welke, maatregelen genomen moeten worden om in het gebouw een veilige (werk)situatie te behouden of te bewerkstelligen.
De basis voor het asbestbeheersplan is de in het gebouw uitgevoerde asbestinventarisatie. Evenals de gegevens van de reeds uitgevoerde asbestsaneringen.
In het asbestbeheersplan staan de maatregelen die de gebouweigenaar neemt of nog moet nemen om voor de toekomst zonder risico’s het gebruik van dat het gebouw te waarborgen. Hierin kunnen gebruiksbeperkende maatregelen staan (zoals niet boren of bewerken), informatie die bij de gebruikers bekend moet zijn en wat men moet doen als door een ongeluk schade is ontstaan (noodplan).
Waarom een asbestbeheersplan?
Volgens Arbo wet- en regelgeving heeft een gebouweigenaar een informatieplicht (zorgplicht). Vanuit deze zorgplicht dient de gebouweigenaar de risico’s met betrekking tot asbesthoudende toepassingen in kaart te brengen, te beheersen en te monitoren. Indien er middels een asbestinventarisatie vastgelegd is welke asbesthoudende toepassingen er aanwezig zijn kunnen deze gesaneerd worden. Voor asbesthoudende toepassingen welke niet gesaneerd (kunnen) worden dienen beheersmaatregelen genomen te worden zodat de veiligheid van de gebruiker geborgd wordt. Asbestbeheersplannen worden veel toegepast in scholen, kantoren en zorginstellingen maar ook wooncomplexen.
Wat zijn monitoringen?
Tijdens de periodieke monitoring wordt een visuele inspectie uitgevoerd op aanpassingen in het bouwwerk en beschadigingen aan de aanwezige asbesthoudende toepassingen welke een nadelige invloed kunnen hebben en zodoende een potentieel blootstellingsrisico op kunnen leveren. In sommige gevallen wordt de visuele inspectie uitgebreid met kleefmonsters en luchtmetingen. De bevindingen worden bij het beheersplan gevoegd.